aankunnen

aankunnen
{{aankunnen}}{{/term}}
[opgewassen zijn tegen] be a match for(be able to) hold one's own against
[berekend zijn voor] be equal/up tobe able to manage/cope with
voorbeelden:
1   het alleen aankunnen hold one's own
2   zij kon het werk niet aan she couldn't cope (with the work)
¶   niet op iemand aankunnen not be able to rely on someone
     kan ik ervan op aan, dat je komt? can I rely on your coming?

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.

Игры ⚽ Поможем сделать НИР

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”